Ga naar de inhoud

Alternatieven voor Normandië in 1944.

 

Alternatieven voor Normandië bij  de landingen op 6 juni 1944.

Over WO II  bezit ik ongeveer 200 boeken. Ik ben in de eerste plaats geïnteresseerd in de militaire geschiedenis van die tijd, maar ik heb toch ook wel enkele tientallen boeken over andere onderwerpen. Zoals de concentratiekampen, de rechtspraak, de medische stand, de politiek en het bestuur en de organisatie aan Duitse kant. Het heeft er vast iets mee te maken dat mijn vader in kamp Amersfoort gevangen heeft gezeten en dwangarbeider was bij Volkswagen in Wolfsburg. Oorspronkelijk begon ik deze verzameling met Nederlandstalige en Engelstalige boeken. Geleidelijk  en bij steeds meer onderwerpen begon ik me af te vragen  waarom ik eigenlijk nauwelijks of geen Duitstalige bronnen had. Als je serieus aandacht wil besteden aan een stuk geschiedenis, zeker als het krijgsgeschiedenis is, dan moet je beide of zelfs alle (of zoveel mogelijk) partijen raadplegen. Dan krijg je een veel evenwichtiger beeld van wat er gebeurd is.

En dus begon ik een verzameling Duitse divisiegeschiedenissen. Aanvankelijk was dat heel ongericht: als ik een betaalbare Duitse divisiegeschiedenis zag, dan kocht ik die.  De laatste twee jaar ben ik me meer gaan toeleggen op het verzamelen van deze boeken, maar dan toegespitst op de pantserdivisies. Inmiddels heb ik het boek van de 1e tot en met de 27e Duitse pantserdivisie, met uitzondering van de 12de, de 15de en de 17e.  Het boek over de 12e pantserdivisie bestaat, maar heb ik nog niet ergens te koop gezien.  Ik vermoed dat het boek van de 15e en van de 17e pantserdivisie helemaal niet bestaan. Dan heb ik ook nog de 116de en de 130e pantser divisies, alsmede het Engelse (!) boek over de enige Fallschirm-Panzer Division ‘Hermann Goering’. Daarnaast heb ik ook nog de SS-pantserdivisies aangeschaft, omdat deze evengoed aan het front hebben gestaan tussen de Wehrmachtdivisies. Daarvan mis ik er nog twee: de tweede en de derde. Het is een kwestie van tijd voordat die er ook zullen zijn, want die boeken hebben in elk geval wel bestaan en zijn ook te koop. Uiteraard heb ik ze ook allemaal gelezen. En wat waar is, is waar: met die informatie erbij zie ik vele gebeurtenissen in die jaren nu toch ook met andere ogen.  Daarnaast heb ik nog een stuk of 20 Duitse infanteriedivisies en een Bergdivisie.

In een opwelling kocht ik onlangs een vrij klein boekje over het Deense deel van de Atlantik Wall. Het is natuurlijk een buitenbeentje, want vrijwel alle boeken die over de Atlantik Wall gaan, gaan over het Nederlandse of het Franse deel en in het bijzonder het deel in Normandië. Dat heeft uiteraard alles te maken met de landingen in Normandie op 6 juni 1944. Het Deense boekje, gelukkig in het Engels, want mijn Deens is bijzonder zwak, begint met de vraag waarom er eigenlijk een Deens deel van de Atlantik Wall is geweest. Rekenden de Duitsers er nu werkelijk op dat er wel eens een landing in Denemarken zou kunnen komen? En inderdaad heeft de Deense auteur enkele mogelijke scenario’s uitgewerkt, waarbij de Deense Atlantik Wall een rol zou hebben kunnen spelen. Zijn scenario 1 was dat de geallieerden tegelijk in Zuid-Noorwegen en in Noord-Denemarken (Jutland) zouden landen. Dit zou dan als voornaamste doel hebben gehad de Duitsers eerst af te snijden van het Zweedse ijzererts, dat gestaag naar Duitsland werd uitgevoerd. Met de opening van het Skagerrak en daarna het Kattegat, zou dat gerealiseerd kunnen zijn. Bovendien zou men dan, als dat gerealiseerd was, ‘gemakkelijk’ richting Berlijn kunnen gaan. Mijn mening, toen ik dit las, was al snel dat me dit een zeer onwaarschijnlijk scenario leek.  Scenario 2, volgens hetzelfde boekje, was dan een landing in Denemarken, alleen in Jutland. Laat het ijzererts maar lopen, en ga liefst zo snel mogelijk op Berlijn af, zo was voor dit scenario het motto. Hier was naar mijn mening wel iets meer voor te zeggen, maar ik zag toch ook wel diverse risico’s. Daar kom ik later nog op terug. Het derde scenario was volgens het boekje een landing nabij Calais en de vierde mogelijkheid was dan de landing in Normandië, waarvoor uiteindelijk ook gekozen is. Het is natuurlijk wel aardig om diverse scenario’s langs te lopen, maar ik vroeg me wel af hoe nou de afweging bij het keuzeproces  werkelijk is gegaan. Wie kan ik daar nu beter voor raadplegen dan Eisenhower, die tenslotte al in de zomer van 1942 was benoemd tot Supreme Allied Commander. Hij zal ongetwijfeld betrokken zijn geweest bij die afweging of was er wellicht zelfs de motor van.  Dus heb ik de memoires van Eisenhower aangeschaft ‘A Crusade in Europe”, die ik nog niet had. Het boek is al uitgekomen in 1948, maar beleeft tot de dag van vandaag herdrukken. Dus het is gewoon nieuw te koop. Wonderbaarlijk. Bijna tachtig jaar na die oorlog en 55 jaar na zijn overlijden verkoopt dit boek nog steeds! WO II is nog lang niet over.

Vol verwachting ben ik dit boek dus gaan lezen. Het begint met het opbouwen van een enorme luchtmacht in Engeland, waarvoor tientallen vliegvelden moesten worden aangelegd en waarvandaan op 4 juli 1942 de eerste Amerikaanse luchtaanval op de Duitsers plaatsvond nabij Den Helder. Daar heb ik elders al eens iets over geschreven. Vervolgens worden  de voorbereiding voor en de landingen zelf in Noord-Afrika (Marokko en Algerije) beschreven.  Die vonden in november 1942 al plaats. Ook hier kom ik later nog op terug. En na Sicilië en Italië komen daarna de landingen in Frankrijk aan de beurt. En dan komt de grote verrassing: er is helemaal geen afweging over waar die landingen moesten plaatsvinden geweest. In bijzinnen stelt hij af en toe wel vast, bijvoorbeeld: ‘als we eenmaal over het Kanaal zijn’, of ‘als we eenmaal in Frankrijk geland zijn’. Het was blijkbaar vanaf de start van het denken hierover 100% vanzelfsprekend dat ze in Frankrijk zouden gaan landen.  Ook is er geen afweging geweest of die landing dan bij Calais of in Normandie zou moeten zijn. De Duitsers vonden dat een landing bij Calais meer voor de hand lag, want korter bij, en ze hadden ook daar hun meeste troepen gelegerd. En zelfs nadat de landing in Normandië had plaatsgevonden, bleven de Duitsers geloven dat het slechts om een afleidingsmanoeuvre ging en dat de echte landing toch wel nabij Calais zou volgen.  Maar aan geallieerde kant is er nooit iets anders overwogen dan Normandië. Dit is om meerdere redenen opmerkelijk. Iedere militair weet toch dat het uiterst belangrijk is om te verrassen. De verrassingsaanval is doorgaans ook de meest succesvolle. De tegenstander op het verkeerde been zetten, is altijd onderdeel van een plan. Dan maak je de grootste kans op succes.  Er is overduidelijk geen seconde over nagedacht.  Terwijl men vanaf juli 1942 toch twee jaar de tijd heeft gehad om alle elementen met iedereen door te spitten. Het is blijkbaar ook niet bij een andere hoge geallieerde militair opgekomen. En daar liepen er genoeg van rond.

Eisenhower zelf meldt in zijn memoires op blad 271  welke opdracht hij had meegekregen van zijn superieuren: de Verenigde Chefs van Staven in Washington. Zijn opdracht was:  “You will enter the continent of Europe and, in conjunction with the other Allied Nations, undertake operations aimed at the heart of Germany and the destruction of her Armed Forces.”. Uit deze opdracht blijkt toch zonneklaar dat Eisenhower alle ruimte en vrijheid had, om waar dan ook op het continent van Europa te landen. Mits gericht op het hart van Duitsland (Berlijn?).

Vervolgens heb ik me afgevraagd, waarom het zo vanzelfsprekend was om juist in Normandië te landen. En was het eigenlijk wel zo vanzelfsprekend? Het is niet moeilijk om de bezwaren tegen landing in Normandie te bedenken. 1. Om te komen in het ‘hart van Duitsland’ zoals zijn opdracht was, moest een enorme afstand worden afgelegd, met onderweg tal van natuurlijke hindernissen. Volgens Michelin is het ruim 1200 kilometer van Normandië naar Berlijn. 2. Onderweg moesten de rivieren de Seine, de Somme, de Schelde, de Maas, de Rijn, de Ems, de Weser en de Elbe worden overwonnen, alsmede de Atlantik Wall en de Siegfriedlinie. Tien stevige hindernissen. Het is bepaald niet de kortste weg en zeker ook niet de makkelijkste. 3. Een ander stevig probleem is dat de Duitsers niet minder dan tien pantserdivisies in Frankrijk hadden liggen. Allemaal helemaal opgefrist en volbemand en volbewapend. Naast uiteraard misschien wel 30 infanteriedivisies. In een kaartje in zijn boek even voorbij bladzijde 328 (de bladzijde heeft geen nummer) staan ook inderdaad 10 Duitse pantser divisies in Frankrijk getekend, naast meer dan dertig infanteriedivisies. Een enorm voordeel van landen in Normandie was uiteraard de mogelijkheid om vrijwel onbeperkte luchtsteun vanuit Engeland te kunnen geven aan de troepen op de grond. Een ander voordeel was uiteraard ook de korte verbindingslijnen voor de aanvoer van mensen, voorraden, voertuigen, brandstof, voedsel, munitie en bewapening. Zeker omdat de geallieerden op het continent niet meteen een flinke haven kregen, was de bevoorrading aanvankelijk en zelfs tot in november 1944, toen de Antwerpse haven beschikbaar kwam, flink behelpen.

Tenslotte heb ik mij afgevraagd waarom er zonder enige discussie aan geallieerde kant, besloten is in Normandie te landen en niet bij Calais. Die keus is volgens mij bepaald doordat de afstand vanaf de Engelse kust bij Calais juist te klein was om alle schepen, en dat waren er duizenden,  die op 6 juni 1944 uitvoeren te kunnen bevatten. De schepen moesten toch voornamelijk vanuit Southampton en Portsmouth komen en die zouden elkaar in het Nauw van Calais, zoals die zeestraat niet voor niets heet, bij het voortdurende heen-  en terugvaren alleen maar in de weg hebben gevaren. Dat de Duitsers en in het bijzonder Hitler toch dachten dat het Calais zou worden, bewijst wel dat Duitsers en in het bijzonder Hitler, met een landoorlog bezig waren: een herhaling van WO I. En  geen moment de logistieke problemen van het varen van duizenden schepen in een relatieve smalle zeestraat in beschouwing hebben genomen.

Naar mijn mening zou de allerbeste keus geweest zijn om aan beide oevers van de Elbe te landen, dus in Duitsland zelf. Dat zou enorme voordelen gehad hebben, naast ook enkele bezwaren. Maar volgens mij zijn de voordelen van deze keus vele malen groter dan de nadelen.  Ik zal voor- en nadelen van deze keus hieronder uitwerken.

De voordelen, uiteraard ten opzichte van de keus voor Normandië.

  1. De afstand tot “the heart of Germany” is aanzienlijk korter. Vanaf Normandië is het 1200 kilometer, vanaf de Duitse kust is het krap 300 kilometer naar Berlijn.
  2. Tussen de landingsplaats aan de Duitse Noordzeekust en Berlijn is er geen enkele natuurlijke of andere hindernis van enige betekenis, behalve dan de Atlantik Wall, die ze ook in Normandie tegenkwamen.  Zulks in tegenstelling tot een landing in Normandie, waarbij – zoals boven vermeld – zeker nog eens 9 zware, overwegend natuurlijke hindernissen moesten worden overwonnen. Dat is letterlijk een wereld van verschil.
  3. Het element van verrassing zou bij een landing in Duitsland enorm zijn geweest. Dat zou geen enkele Duitser vermoed laat staan verwacht hebben. De landing in Normandie daarentegen was alleen maar een verrassing omdat het 100 kilometer zuidelijker was dan de Duitse verwachtingen.
  4. Anders dan in Frankrijk  stond er op 6 juni 1944 in wat we nu Duitsland noemen, geen enkele pantserdivisie en ook geen gemotoriseerde infanteriedivisie. Ik baseer me dan op het boek van Gerd Stöves, waarin alle gepantserde en mobiele infanterie-eenheden van Wehrmacht en SS staan, met hun plek in de hele oorlog: “Die gepanzerten und motorisierten deutschen Grossverbände (Divisionen und selbständige Brigaden) 1935  – 1945.” Op 21.12.24 heb ik het hele boek van Stöves (plm. 235 eenheden) gehad en heb ik tot nu toe ontdekt dat er op 6 juni 1944 zeker één volledig bemenst en idem bewapend regiment in  Duitsland lag en dat was het pantserregiment van de 9e pantserdivsie dat op dat moment lag in Grafenwöhr. Ook heb ik vastgesteld dat zowel de 9e SS Pantserdivisie (Hohenstaufen) als de 10e SS Pantserdivisie (Frundsberg) op 12 juni 1944 uit het front bij Lviv werden gehaald en op weg gingen naar de invasie in Frankrijk. Dit zouden dus ook de divisies zijn geweest die bij een landing in Duitsland naar dat front zouden zijn gestuurd. Ze kwamen dan voor de geallieerden wel uit een onverwachte hoek, zodat die waarschijnlijk pas laat zouden zijn opgemerkt. De SS panzergrenadierbrigade 51, gelegerd in Kurmark, ging half juni naar Denemarken om op te frissen en zou zeker ook in Duitsland worden ingezet.  Voor verdere details verwijs ik naar de voetnoten 1), 2) en 3).
  5.  Conclusies: Er lag aan de Noordzeekust/Elbemonding geen enkele Duitse legereenheid van enige omvang. De dichtstbijzijnde legeronderdelen met enige slagkracht  lagen respectievelijk, 300 (Kurmark) , 600 (Grafenwöhr) en 1200 km (Lviv) ver weg.  De eerste zou wellicht al binnen enkele uren ter plaatse kunnen zijn, de tweede zou misschien wel een dag nodig hebben gehad en de derde, uit Lviv, kon pas op 12 juni vertrekken en had zeker een week of meer nodig om er te komen. Andere divisies zouden hoogstwaarschijnlijk uit Frankrijk moeten komen en dat was een groot probleem geweest, gegeven de vele rivieren en de nabijheid van een grote geallieerde luchtvloot. Wel zullen er een aantal ‘bodenständige’ divisies aan de Duitse Noordzeekust hebben gelegen, net zoals ze die ook in Normandie tegenkwamen, maar hun gevechtskracht was – net als in Frankrijk – zonder twijfel twijfelachtig.  Het is ook niet een opzienbarende conclusie. De Duitsers hebben alles dat ze hadden tegen de Sovjet-Unie ingezet. Ze hebben dus inderdaad niet een volledige gemotoriseerde brigade of (pantser)divisie zomaar ergens in Duitsland geplaatst. Maar het is goed dat ik dat een keer met veel uitzoekwerk heb vastgesteld.
  6.  Het politieke voordeel. Landing in juni 1944 bij Hamburg zou ook hebben betekend dat de westelijke geallieerden veel eerder, mogelijk zelfs maanden eerder, in Berlijn zouden staan dan de Sovjets. Met alle gevolgen vandien voor de latere Europese verhoudingen.
  7. Aangezien de brandstof voor zijn diverse voertuigen, waaronder tanks, maar uiteraard ook vliegtuigen, voor de Duitsers al vanaf de zomer van 1941 een groot probleem was, moet je je voorstellen hoeveel brandstof het zou hebben gekost om een heel leger van honderdduizenden soldaten en duizenden voertuigen, over duizend kilometer te gaan vervoeren, van Frankrijk naar Hamburg. Dit moet onherroepelijk voor de Duitsers een enorm probleem zijn geworden. Wellicht zelfs helemaal niet uit te voeren.  Dit was voor de geallieerden  op zichzelf al voldoende reden om juist niet in Frankrijk te willen landen. Weliswaar kozen de Duitsers bij het langeafstandtransport altijd voor de trein, waarvoor kolen nodig zijn. Mogelijk dat de beschikbaarheid van kolen groter was dan die van vloeibare brandstof (benzine en diesel). Maar nadeel blijft dan dat ze bij elke rivierovergang moesten stoppen, omdat uiteraard deel van het geallieerden plan had moeten zijn, om alle bruggen die ze moesten passeren, vooral ook de treinbruggen, zoveel mogelijk te verwoesten. Nog afgezien van het gedoe om alles van de treinen te halen  voor de oversteek van een rivier en weer op te laden nadat de rivier was gepasseerd. En dat alles alleen maar ’s nachts, omdat overdag de geallieerde luchtmacht heer en meester was.
  8. Een ander voordeel was dat, als er dan toch steden en gebieden moesten worden verwoest als gevolg van oorlog, dat in Duitsland zelf gebeurde en niet in Frankrijk. Het had duizenden Franse doden (maar ook Belgische en Nederlandse doden) en ontelbare vooral Franse gebouwen gespaard. En dat had niemand aan geallieerde kant toen een probleem gevonden. Zelfs integendeel: eerder een voordeel. 

De  mogelijke nadelen.

  1. Een belangrijk nadeel van landen in Duitsland (hemelsbreed zo’n 800 kilometer vanaf Portsmouth), is uiteraard de veel langere aanvoerlijnen voor mensen, materiaal, brandstof, munitie en overige bevoorrading. Ik wijs er echter op dat de geallieerden op 6.6.44 al een volledig luchtoverwicht en ook een volledig zee-overwicht op de Duitsers hadden. Dus hinder onderweg was er nauwelijks te verwachten. Bovendien waren de landingen in Noord-Afrika van november 1942 hemelsbreed zo’n 2000 kilometer vanaf  Portsmouth en dat is voor niemand een bezwaar geweest, terwijl de geallieerden toen nog geen compleet land- en zeeoverwicht hadden. Nog geen vijf jaar later in de Koreaanse Oorlog werden er ook honderdduizend en meer militairen en spullen overgebracht van de V.S. naar Korea over een nog veel grotere afstand en ik kom in geen enkele analyse van die oorlog tegen dat dit zo’n groot probleem was. Ver weg  aan land gaan was vooral een kwestie van willen en vervolgens van organiseren.
  2. De Engelse oostkust heeft veel minder havenfaciliteiten dan de Engelse zuidkust.  Eigenlijk zijn alle havens aan de oostkust te klein voor een flinke verzameling schepen, zoals die voor een invasie á la Normandië nodig waren. Dat zou betekenen dat een groot deel van de oorlogsvloot toch vanaf de zuidkust had moeten vertrekken, met ook nog eens de organisatie van alle latere aanvullingen van manschappen en materieel. Weliswaar zou een enorme oorlogs- en bevoorradingsvloot de Duitsers niet zijn ontgaan, maar de invasievloot zou hoe dan ook dagen zo niet weken eerder aan de Elbe verschijnen, voordat de Duitsers in staat waren om er een even sterke verdediging te organiseren, als dat al mogelijk was.
  3.  Dat zou dan toch vooral moeten gebeuren met de divisies die (vrijwel) allemaal in Frankrijk stonden. En in mijn plan zou dan ook een belangrijke maatregel moeten zijn om meteen aan het begin van deze invasie zo snel mogelijk alle bruggen van de tussenliggende rivieren planmatig te vernielen.
  4. Het was niet mogelijk om aan de Elbemond landende troepen van voldoende luchtsteun te voorzien. De Spitfire, die daarvoor in Normandië werd gebruikt, had daarvoor onvoldoende actieradius.  Het is precies hetzelfde probleem dat bij de landingen in Noord-Afrika in november 1942 een rol speelde. Volgens Eisenhower was er voor de Noord-Afrikaanse landingen alleen de luchthaven van Gibraltar beschikbaar. Nu ben ik daar zelf geweest en ik ken dus die situatie wel enigszins. Als er een vliegtuig  moet landen of opstijgen moet de doorgaande weg worden afgesloten en als het verkeer rijdt kan er geen vliegtuig landen of vertrekken. Maar Gibraltar was sowieso een kwetsbaar vliegveld, aldus Eisenhower. Gibraltar was binnen de kortste keren onder de voet gelopen, door de Spanjaarden en/of de Duitsers, als de Spanjaarden onder Franco, geestverwant van de nazi’s, dat hadden gewild. Dus Gibraltar is voor de landingen in Noord-Afrika in november 1942 niet gebruikt. Een ander probleem van de Noordafrikaanse landingen was dat men geen idee had hoe de daar gelegerde Franse militairen zouden reageren. Dat waren immers Vichy-militairen, die samenwerkten met de Duitsers. Aldus Eisenhower. Dat viel later erg mee, maar dat was niet te voorspellen. De Amerikanen hadden wel jagers voor zo’n grote afstand, maar die werden ingezet ter ondersteuning van de vele bombardementsvluchten op Duitsland. Dat is een keuze. 

De mogelijke Duitse tegenreacties.

Bij een landing aan de Elbemond, zouden de Duitsers – net als bij de landing in Normandië – niet weten of dit dan de hoofdlanding was, of dat er daarnaast ook nog een landing elders, bijvoorbeeld in Frankrijk, zou  komen. Hun dichtstbijzijnde legeronderdelen stonden op 6.6.44 in Denemarken en in Nederland.  In Nederland stonden op 6 juni 1944 drie Duitse divisies, waarvan één ‘bodenständig’ was, dus zichzelf niet kon verplaatsen, anders dan lopend,  of met de woordkeus van Eisenhower” ‘a coastal division’. De tweede divisie was net zwaar aangeslagen van het Russische front aangekomen en moest eerst nog worden opgeknapt. Dus uit Nederland kon vrijwel meteen één Infanteriedivisie naar het Duitse front bij Hamburg gaan. In Denemarken weet ik het minder precies, maar ook daar waren er vast niet meer dan drie Infanteriedivisies als bezettingsmacht.  In elk geval was er in Denemarken noch in Noorwegen en Nederland een Duitse pantserdivisie aanwezig. Dus één of heel misschien twee van die ‘Deense’  infanteriedivisies konden naar het front trekken. Daarom was het voor de geallieerden zaak om, na landing bij de Elbe,  zo snel mogelijk richting Oostzee te gaan, om de inzet van de (eventuele) Duitse  divisie(s) uit Denemarken zoveel mogelijk te blokkeren. Tweede prioriteit was dan de troepen die op de westoever van de Elbe landden, zo snel mogelijk naar de Weser en wellicht ook Bremen te sturen. Hierdoor zou Duitsland vrijwel compleet van de wereldzeeën zijn afgesneden en konden ze ook geen U-boten meer bouwen of onderhouden, behalve dan in Frankrijk.

Voorts moest de Duitse legerleiding beslissen hoeveel divisies en van welke soort van Frankrijk naar Noord-Duitsland moesten gaan. Ga er maar aanstaan, als je Duitse legerleiding bent.  Wellicht de helft? Dat zouden dan zo’n 20 divisies moeten zijn, van elk plm. 15.000 man, ofwel zo’n 300.000 man. Ziet u die al van West- en Zuid-Frankrijk naar Noord-Duitsland trekken? En alleen ’s nachts, want overdag was de geallieerde luchtmacht de baas? Hoe lang zouden ze erover doen? Ik houd het op meerdere weken. En in die tijd konden de geallieerden hun bruggenhoofd fors uitbreiden en stabiliseren, want tegenstand van betekenis was er verder in Noord-Duitsland niet te verwachten. En, zoals bij de voordelen was gesteld, het is zelfs de vraag of de Duitsers zoveel en zo snel de vereiste brandstof hadden kunnen opbrengen.

Als duidelijk was geworden dat Duitsland het enige landingsfront zou blijven, zouden ook de overige divisies naar Duitsland moeten worden overgeplaatst, om het vaderland te redden. Waarmee Frankrijk zichzelf kon bevrijden.

Voetnoten:

1). Het overzicht van Stöves meldt dat het 31e (panzer)regiment (5. Pz.Div) vanaf 1943 al werd opgeknapt in het Heimatskriegsgebiet en in juni 1944 en uitgerust met 70 Panthers terugkeerde naar de moederdivisie aan het oostfront. Pas het veel gedetailleerdere verslag van de 5. P.D. meldt dat dit regiment weer terug was aan het oostfront op 4 juni 1944,  twee dagen voor de landingen. Dit regiment was dus niet in wat we nu Duitsland noemen bij de landingen op 6 juni 1944.

2). Inderdaad was er een regiment van de 6. pantser divisie dat op 6 juni 1944 in Duitsland was en wel in Fallingbostel. Daar hoort een verhaal bij. Kolonel von Stauffenberg, de man die een aanslag op Hitler pleegde op 20 juli 1944, was in de zomer van 1944 verantwoordelijk voor het ‘opfrissen’ van Duitse divisies die van het oostfront kwamen. Dit regiment zou eerst in Denemarken worden opgefrist, maar ging op het laatste nippertje naar Fallingbostel in Duitsland. De zesde P.D. was de divisie waar von Stauffenberg zelf had gediend, dus die mensen waren hem vertrouwd en omgekeerd. Dit regiment zou een rol hebben gespeeld als de aanslag op Hitler was gelukt. Hij zou er dus voor gezorgd hebben dat dit regiment in Duitsland lag. Gebruikelijk was toen dat bij het opfrissen alleen de mannen werden opgefrist en alle tanks en andere spullen op het slachtveld achterbleven, en aldaar door andere onderdelen konden worden gebruikt. Aangekomen op de opfrisplaats kregen de mannen dan nieuwe mensen, wapens, tanks en andere spullen. Dit regiment had op 6 juni 1944 nog een sterkte van nog geen 200 man en had inmiddels vier nieuwe tanks gekregen. Niet een strijdmacht die ook maar iets hadden kunnen bijdragen aan het stoppen van een invasie van de geallieerden.

3. De 19. Panzer-division, was ingezet aan het oostfront en werd eind mei 1944 ter opfrissing (en herbewapening) naar Nederland gestuurd en kwam daar op 29 mei 1944, zoals gebruikelijk zonder uitrusting en wapens, tussen Tilburg en de Belgische grens aan. Daar zijn de manschappen meteen ingezet voor hulp bij de oogst, omdat de nieuwe manschappen en wapens nog niet waren aangekomen. Half juli, toen blijkbaar de aanvulling inmiddels wel was aangekomen, vertrok deze divisie weer naar het oostfront. Op 6 juni was deze divisie dus nog niet inzetbaar. Hij was ook van meet af aan  ervoor bestemd opnieuw naar het oostfront te gaan, omdat het Duitse oostfront (Heeresgruppe Mitte) op het punt stond in te storten, hetgeen ook in juni en juli 1944 gebeurde. Ze konden deze divisie daar dus blijkbaar niet missen. Of hij in voorkomend geval naar Hamburg was gestuurd is dus zeer de vraag. Dan niet eerder dan midden juli. Dan kwamen andere divisies die in België en Frankrijk lagen veel eerder aan de beurt. Dus ik tel deze divisie niet mee, voor een mogelijke inzet op 6 juni 1944 bij Hamburg.

Tenslotte: Men zou kunnen tegenwerpen, dat al het vorenstaande kan worden beweerd met de kennis van nu. Maar dat de situatie zoals die toen was en door de geallieerden werd beoordeeld een landing in Duitsland zelf uitsloot. Dat wil ik betwisten. Ten eerste wisten de geallieerden in juni 1944 heel goed dat ze een compleet lucht- en zeeoverwicht op Duitsland hadden.  Ten tweede waren de Duitse troepen in de Sovjet-Unie tegen juni 1944 wel duizend kilometer teruggeslagen ten opzichte van hun verste bezettingsstand. Als de Duitsers de manschappen en de middelen hadden gehad, hadden ze dat niet laten gebeuren. De geallieerden konden dus al weten dat er in Duitsland zelf niet een aantal divisies werkeloos stilstonden in afwachting van een geallieerde aanval op Duitsland. Als ze die divisies hadden gehad, dan hadden ze die zeker ingezet tegen de Sovjet-Unie. Ze hebben werkelijk alles wat ze hadden in de strijd gegooid. Datzelfde gold voor het Italiaanse front.  Op 4 juni 1944 werd Rome ingenomen.  Dat was rond de 700 kilometer vanaf de landing in Italië. De Duitsers hadden zich niet 700 kilometer in 9 maanden teruggetrokken als ze de mensen en de middelen hadden gehad om dat te voorkomen of tenminste (verder) te vertragen. Maar die middelen hadden ze niet meer. Dat was dus ook bekend bij de geallieerden.

Dan is er nog het verhaal, in een film, dat Churchill de landingen in Frankrijk niet zou hebben zien zitten: veel te riskant en het zou veel teveel levens kosten. Tot hiertoe ben ik dat ook met hem eens: het was ook te riskant en het heeft ook onnodig veel levens gekost. Echter zijn oplossing was om vanuit de reeds lopende oorlog in Italië Frankrijk te gaan bevrijden, of als alternatief te gaan landen in Griekenland. Hij zou deze zienswijze zijn blijven verdedigen tot kort voor de landingen in Normandië. Als dit verhaal strookt met de werkelijkheid had hij wel het begin van een  goed inzicht, maar zijn oplossingen zouden de oorlog juist enorm hebben verlengd. 

Dan wijs ik er nog op dat een landing in Duitsland perfect had gepast in de opdracht die Eisenhower had. Het was Eisenhower en niemand anders die ervoor verantwoordelijk was, dat die landingen in Normandië plaatsvonden. Uit zijn nalatenschap blijkt helemaal niets dat hij ooit iets anders heeft overwogen dan Normandië. 

Mijn slotconclusie is dus dat ook met de kennis van toen een landing in Normandië zeer onverstandig was of zelfs een blunder kan worden genoemd en dat een landing in Duitsland zelf (aan de Elbemond), de oorlog met meerdere maanden had verkort. Mogelijk zelfs al in 1944 had kunnen worden beëindigd. 

Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 22 februari 2025.